Menu top

Emeritaat

Emeritaat/pensioenopbouw NGK-predikanten

Alle oud-NGK-kerken waren eerder afzonderlijk aangesloten bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). De betrokken predikanten vallen onder dat pensioenfonds. De afzonderlijke aansluitingen van de plaatselijke oud-NGK-kerken zijn gestopt per 31 december 2023.

Vanaf 1 januari 2024 fungeert Steunpunt Kerkenwerk (SKW) als het landelijk administratiekantoor PFZW:

  • De plaatselijke NGK-kerken geven de pensioeninformatie door aan SKW;
  • SKW registreert dit in de gezamenlijke pensioenregistratie en doet aangifte bij het Pensioenfonds PFZW;
  • Het Pensioenfonds PFZW stuurt een centrale factuur naar SKW; maandelijks ontvangen de plaatselijke kerken een factuur van SKW voor de pensioenopbouw van hun eigen predikant(en).

Hiermee ondersteunt en ontzorgt SKW de kerken bij de juiste registratie voor de emeritaat-/pensioenopbouw.

Ook de predikanten die in de periode 2024 t/m 2026 starten als beginnend predikant of een predikant met een bijzondere opdracht die weer predikant wordt bij een plaatselijke kerk gaan pensioen opbouwen via PFZW.

Vanaf 1 januari 2027 zullen ook de oud-GKv predikanten in de pensioenopbouw bij Pensioenfonds PFZW worden opgenomen. Deze oud-GKV predikanten bouwen in de jaren 2024 t/m 2026 emeritaat/pensioen op bij de Vereniging Emeritering (VSE). Deze predikanten staan op een lijst die bij SKW en Pensioenfonds PFZW bekend is.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AO)

Tevens dient de pensioeninformatie van de kerken als basis voor de verzekering van predikanten bij arbeidsongeschiktheid. Hiervoor heeft SKW een centrale arbeidsongeschiktheidsverzekering bij een verzuimverzekeraar. Dit is onderdeel in het geheel van afspraken van de NGK-kerken met Pensioenfonds PFZW. De voormalig GKv predikanten vallen tot 1 januari 2027 nog onder de dekking van Vereniging VSE.
Zowel de voormalig NGK-kerken als de voormalig GKV-kerken betalen deze dekking via het landelijk AO-quotum (in 2024 Eur. 6 per kerklid), naast het reguliere landelijke quotum voor Theologische Universiteit en andere landelijke commissies.

Informatieplicht kerkenraad/penningmeester

De kerkenraad/penningmeester is verantwoordelijk om de actuele situatie rondom de pensioengevende bedragen van de predikant door te geven aan SKW. Zonder deze informatie is SKW niet in staat om de juiste pensioenopbouw voor de predikant vast te leggen, maandelijks aangifte te doen aan PFZW en een juiste pensioenfactuur te sturen naar de plaatselijke kerk.

Jaarlijks worden de kerken in de tweede helft van december geïnformeerd over de nieuwe Materiele Regeling Predikanten (MRP) en gevraagd om een ingevulde rekenmodule van het nieuwe jaar voor 15 januari aan te leveren bij SKW. Dit rekenmodel is de basis voor de bepaling van de pensioengrondslag van de predikant en dient tevens voor de plaatselijke kerk (en predikant) om vast te leggen welke afspraken zijn gemaakt over de beloning en vergoedingen aan de predikant. Vervolgens controleert SKW de ingevulde gegevens en draagt zorg voor correcte registratie hiervan in de database van PFZW.

Penningmeesters voeren bij een tussentijdse wijziging in deeltijd percentage of bij het wijzigen van de standplaats de MRP rekenmodule in, dat bij SKW op de site staat, en sturen dit naar SKW.

Om oud-GKV-kerken voor te bereiden op de overgang naar PFZW en zeker te stellen dat de conversie van 2023 naar 2024 blijvend juist is uitgevoerd vraagt SKW ook voor oud-GKV predikanten jaarlijks het rekenmodel op. Hierop wordt dan alleen een check uitgevoerd of de regeling juist wordt toegepast. Als er vragen of fouten zijn, dan wordt een reactie gemaild. Zo wordt eraan gewerkt dat de overgang naar het pensioen voor oud-GKv-predikanten naar PFZW vanaf 1 januari 2027 de voorbereiding zo optimaal mogelijk is.

Bekijk onderstaand processchema voor een beschrijving van de stappen en verantwoordelijkheden in de pensioencontrole. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Omschrijving pensioengrondslag van PFZW

Bij de grondslag voor de pensioenpremie is van belang:

  • Bruto maandtraktement;
  • Vakantietoeslag 8%;
  • Een eventuele persoonlijke toeslag (in individuele gevallen) of andere bijzondere afspraken;
  • Een ambtswoning met een hogere WOZ-waarde;
  • Deeltijdpercentage.

Standaard hanteert het Pensioenfonds PFZW de regeling:

  • “Het pensioengevend salaris wordt bij het begin van de deelneming en daarna elk deelnemingsjaar op 1 januari vastgesteld.
  • Als het pensioengevend salaris wijzigt als gevolg van een wijziging van de deeltijdfactor of bij het verkrijgen van een eigen huis, dan wordt het op dat moment aan de wijziging aangepast.”

Rekening houdend met deze regeling kunnen we de aanneming van een beroep naar een andere plaatselijke kerk (en/of andere bijzonderheden) administratief verwerken.
Hiervoor hanteren we de volgende werkwijze:

  • Een wijziging van het deeltijdpercentage wordt per afgesproken datum geregistreerd;
  • Een wijziging bij aanneming van een beroep, met bijv. andere traktementsafspraken, wordt per afgesproken datum geregistreerd;
  • Grotere/ingrijpende aanpassingen van het traktement worden per 1e van de volgende maand meegenomen. Dit kan bijv. aan de orde zijn als een predikant van woonsituatie wijzigt of een ingrijpende verhoging/verlaging van het traktement;
  • De overige aanpassingen hebben invloed op de pensioenopbouw vanaf de 1e januari.

Van elke wijziging ontvangen we graag een nieuw ingevuld rekenmodel.

Pensioenfacturen aan de plaatselijke kerken

De plaatselijke oud-NGK-kerken, waarbij per 1 januari 2024 een predikant werkzaam was, ontvangen maandelijks een pensioenfactuur voor het “kerkdeel” en het “predikantsdeel” van de pensioenpremie. Dit blijft de regel zolang deze oud-NGK-predikant daar werkzaam is.

Voor nieuwe/startende predikanten en predikanten die wijzigen van standplaats na 1 januari 2024 wordt voor de facturering ook gekeken naar de plaatselijke ‘afkomst’ van de leden.
Bij SKW is vastgelegd voor welk percentage een plaatselijke kerk bestaat uit oud-GKv- of oud-NGK-leden. Bijv. een kerk kan voor 100% bestaan uit eerdere GKv-/kerkleden of 100% uit eerdere NGK-kerkleden of een combikerk kan voor 40% uit eerder GKv-kerkleden bestaan en 60% eerder NGK-kerkleden. Als plaatselijke kerken gaan fuseren dan wordt voor de nieuwe kerk op basis van de laatst bekende ledengegevens een nieuwe verhouding vastgelegd.

Deze verhouding is van belang om de lasten voor de emeritaatsregeling van oud-GKV-predikanten en pensioenregeling via PFZW op verantwoorde wijze te verdelen.
Bij de factuur aan de kerk kunnen verschillende opties aan de orde zijn.

  1. Elke student die als startende predikant verbonden raakt in een oud-GKV-kerk, oud NGK-kerk of combikerk gaat pensioen opbouwen via PFZW. Dat geldt ook voor de predikant met een bijzondere opdracht die weer gemeentepredikant wordt.
    1. Bij een combi-gemeenten ontvangt de plaatselijke kerk maandelijks een factuur voor het vastgelegd percentage van oud-NGK-deel.
    2. Het oud-GKV-deel ontvangt in de jaren 2024 t/m 2026 al een factuur van VSE voor de emeritaatsopbouw en draagt bij in het dekken van tekort. Het SKW stuurt een factuur aan VSE voor deze premie op basis van het vastgelegde percentage voor het oud-GKv-deel.
  2. Een oud-GKv predikant (die op lijst staat en pas 1 januari 2027 overgaat naar het Pensioenfonds PFZW) neemt een beroep aan naar een oud-NGK-kerk of combikerk. Deze predikant bouwt in de jaren 2024 t/m 2026 verder emeritaat op via VSE. Oud-NGK-kerken blijven de reguliere PFZW-premie betalen voor deze predikanten.
    1. De plaatselijke kerk ontvangt maandelijks een factuur voor het vastgelegd percentage van oud-NGK-deel;
    2. SKW draagt dit ontvangen bedrag af aan VSE.
  3. Een oud-NGK predikant neemt een beroep aan naar een oud-GKv-kerk of combikerk. Deze predikant blijft volledig pensioen opbouwen via PFZW.
    1. De plaatselijke kerk ontvangt maandelijks een factuur voor het vastgelegd percentage van oud-NGK-deel (kan nihil zijn);
    2. Het oud-GKv-deel ontvangt in de jaren 2024 t/m 2026 al een factuur van VSE voor de emeritaatsopbouw en draagt bij in het dekken van tekort. Het SKW stuurt een factuur aan VSE voor deze premie op basis van het vastgelegde percentage voor het oud-GKv-deel.
  4. Bovengenoemde situaties kunnen ook aan orde zijn in combikerken met bijv. CGK, PKN. Afhankelijk van of het gaat om een oud-GKv of oud-NGK-predikant en of de pensioenopbouw via de registratie van SKW verloopt, wordt een factuur gestuurd overeenkomstig de opties genoemd bij punten 1 t/m 3. Bij de percentageverdeling van de factuur wordt ook rekening gehouden met de ledenaantallen uit de andere delen van de combikerken.

Emeritaat oud-GKv

VSE

Alle voormalig Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zijn aangesloten bij Vereniging VSE. De zorgplicht van de kerk voor de predikant (en zijn gezin) geldt ook in geval van emeritering en/of overlijden van de predikant. De kerken volgen hierbij het geldende uitkeringsreglement van de VSE.

In de Materiële Regeling Predikanten hoofdstuk 7.c. leest u meer over het toepassen van het uitkeringsreglement. Samengevat houdt de emeritaatsregeling in:

  • Een reservering van 1,75 % per jaar volgens het ambtsjaren beginsel en naar evenredigheid van het deeltijd percentage.
  • Uitkering vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd met een maximum van 70% van de grondslag.
  • Het op te bouwen emeritaatsbedrag voor elke predikant afgeleid van het niveau van de tot en met 2023 gehanteerde SKW schaal B20 (vanaf 2024 geïndexeerd).
  • Toepassen van een franchise op basis van 10/7 maal de zelfstandige AOW.

Alle informatie, inclusief het uitkeringsreglement, is te vinden op de website van Vereniging VSE: www.verenigingvse.nl.

Van VSE naar PFZW

Alle predikanten blijven tot 1-1-2027 emeritaat opbouwen bij de VSE en vanaf 1-1-2027 wordt dat PFZW.

© copyright Steunpunt Kerkenwerk